NS 3505: De Goudvink

NS 3505 de Goudvink | spoor Z 1:220

De Goudvink bestaat niet opZ. Lees hier hoe je op redelijk eenvoudige wijze deze Nederlandse loc zelf kan maken.

Rond 1900 hebben de Zwitsers nieuwe sterke locs nodig voor hun zwaarder geworden sneltreinen. De SBB neemt als voorbeeld de locs van de Jura-Simplon- en de Gotthardbahn en zet vanaf 1904 de eerste A3/5 locs in. Er komen 111 van deze locs op de rails als serie 700. Het zijn viercilinders, zogenaamde 'natte stoom'locs.

Ze halen met hun 1000kW goed 100km/u wat de reistijden zeker op bergtrajecten aanmerkelijk verkort. Eén ervan, de nr705 wordt tot op heden door de SBB operationeel gehouden.

SBB serie 700Vóór 1915 bestelt de SBB hoopvol wéér A3/5 locs, maar nu als serie 600. Ze onderscheiden zich door modernere technieken. Zo zijn de viercilinders nu 'hete stoom'locs en nog veel sterker door het gebruik van oververhitte stoom. Die cilinders zien er anders uit en ook de omloop en de ketelarmaturen en zelfs de trappen. Ze kunnen tegen de Gotthardhelling op 170 ton trekken. Maar al gauw worden deze locs ingehaald door de electrificatie. Eerst worden ze nog ingezet voor de wat mindere diensten, maar loc nr620 wordt al in 1934 verschroot. De laatste van de serie gaat in 1952 op stok. Toch worden er 22 gespaard. Die worden aan Nederland verkocht. In dat verre platte land zijn nu eenmaal wat minder Alpen. Over vlak land kan de loc nu met 500ton op stap. Men doopt ze om tot serie NS 35....

SBB serie 600

SBB 600 opZ

De Zwitserse serie 600 is door Märklin uitgebracht als model voor Epoche 1. Hij staat op precies hetzelfde onderstel als voor de Pruisische P8, ofwel de DRG BR38 wordt gebruikt, een commercieel compromis, maar anders was hij er helemaal niet! Dit model heeft een heel ondiepe cabine, waardoor de motor een flink eind uitsteekt. Ook de deuren tussen loc en tender bieden weinig soelaas. Het locje rijdt wel uitstekend met een vijfpolige motor en kan ook opZ behoorlijk een berg op met een paar rijtuigen. Op het vlakke land van een Nederlandse baan kan hij natuurlijk met meer rijden. Daarom is het leuk om hem op redelijk eenvoudige wijze een Nederlandse jas aan te trekken.

Zwitserse serie 600 | spoor Z 1:220

De Goudvink opZ

Eigenlijk maakt de voorpartij een wat teruggedrongen indruk. Het draaipunt van het voorloopstel ligt iets te ver naar achteren net als de tamelijk eenvoudige cilinders. Ook zou eigenlijk de voorste koppelas moeten worden aangedreven en niet de middelste. De echte purist kan dus flink aan het werk.

NS 3505 wordt gedetailleerd met goud- en koperverf | spoor Z 1:220

Maar veel opvallender bij de NS 35 zijn die koperen leidingen, messing lantarens, stoomfluiten en andere glansrijke details. Daaraan dankt hij dan ook zijn Nederlandse bijnaam: Goudvink! Helaas waren vrijstaande lantarens nog geen optie voor Märklins Zwitser opZ. Bij de Nederlandse kun je dat door goudverf suggereren of ze als purist helemaal zelf maken met ledjes, maar dan komt er wel wat freeswerk bij kijken om ruimte te maken.

Details

Met een vast handje zijn veel details gemakkelijk tot blikvangers te verheffen. Ze maken de loc een stuk eleganter en verdoezelen fouten. Zo krijgt hij nu een messing ring aan de schoorsteen en een lokschildje. Ook de pomp op de omloop krijgt wat messing. Hoewel de opschriften van onberispelijk Märklin kaliber zijn moet ik wel iets Nederlands suggereren, een ovaaltje opzij met het serienummer en een locnummer op de schoorsteen. Dat is buitengewoon lastig, maar ik heb als miniaturist gelukkig ervaring met gepriegel. Het wordt wel een ovaaltje maar de cijfers 3505 krijg ik er niet in. Ook wordt de locbel nog van messing en een paar ketelarmaturen en gripstangen. Toch is verf alleen niet genoeg.

Nog wat extra's

De loc krijgt nog wat extra's. Zo zijn er de railruimers en de kenmerkende trappen aan de voorkant. Tussen die trappen komt een rooster onder de rookkamerdeur. Aan de bufferbalk komt een koppelhaak en armaturen. Langs de ketel lijm ik de glanzend koperen leidingen die na de overname van de SBB werden toegevoegd. Die werden niet zwart gelakt. De uitstekende motor verhul ik een beetje door hem zwart te maken waar hij nog glanst en de tender korter te koppelen.

detailleren van de NS 3505 | spoor Z 1:220

Bij de Zwitserse 613 was déze drie-assige tender onjuist, want die kwam er pas na nummer 617. De juiste had een symmetrisch verdeelde wielbasis en dat typische rugzakje boven de bufferbalk. Märklin leent deze drieassige tender van de Pruisische G12, de DRG Br58.

Leuk is dat je hem hier juist wél kunt gebruiken voor één van die 22 Nederlandse NS 35.... Die hadden namelijk wél zo'n drie-assige tender met asymmetrische wielbasis. Ik dacht ook de lantarens ervan bij al dat koperwerk aan te passen, maar tot mijn verbazing ontbreken die aan het model. Dat laat ik dan maar zo. Wel komen er echte kolen op de tender. Zo is op redelijk vlotte wijze een acceptabele Nederlandse Goudvink ontstaan.

NS 3505 de Goudvink | spoor Z 1:220

Meer locs